Subnavigatie

Dekkingsgraad AkzoNobel Pensioenfonds (APF) hoger dan gemiddelde van alle Nederlandse pensioenfondsen

5 juni 2018

In opdracht van de Centrale Ondernemingsraad van AkzoNobel heeft het advocatenkantoor Loyens & Loeff onafhankelijk onderzoek laten doen naar de discussie over pensioen die is ontstaan, nadat het AkzoNobel Pensioenfonds (hierna APF) en daarna de vakbonden, aan AkzoNobel hebben gevraagd om EUR 400 miljoen in het APF te storten.

Bijgaand de bevindingen, gebaseerd op aangeleverde stukken en gesprekken met vertegenwoordigers van de Centrale Ondernemingsraad, vakorganisaties en het APF.

Financiële situatie van het APF

·         De beleidsdekkingsgraad (hierna de dekkingsgraad) van het APF, oftewel de verhouding tussen het door het APF beheerde vermogen en pensioen, bedroeg 110,8% aan het eind van het 1e kwartaal van 2018. Dit is iets hoger dan de gemiddelde dekkingsgraad van alle Nederlandse pensioenfondsen en bijna gelijk aan de gemiddelde dekkingsgraad van andere ondernemingspensioenfondsen.

·         Het APF heeft de door haar beheerde pensioen de afgelopen tien jaar niet volledig kunnen indexeren, oftewel kunnen aanpassen aan de inflatie. Belangrijke reden hiervoor is dat de dekkingsgraad van het APF de afgelopen jaren lager was dan 110% en pensioenfondsen niet mogen indexeren als de dekkingsgraad lager is dan dit percentage. Wel is er de afgelopen tien jaar periode door het APF meer geïndexeerd dan het gemiddelde aan indexatie van alle Nederlandse pensioenfondsen in diezelfde periode.

·         Bij een ongewijzigd beleid blijft de premiedekkingsgraad van het APF de komende jaren lager dan de dekkingsgraad. Dit betekent dat de premie die het APF ontvangt voor de pensioenopbouw van de huidige werknemers van AkzoNobel, beneden kostprijs is. Het APF legt hier dus geld op toe. Over het algemeen wordt dit als onwenselijk gezien.

·         In de door het APF overlegde stukken blijkt niet of nauwelijks dat het APF een storting van EUR 400 miljoen of een vergelijkbaar bedrag nodig heeft om in de toekomst aan haar verplichtingen te kunnen voldoen, of om het door haar beheerde pensioen te kunnen indexeren. Zo blijkt uit het bij De Nederlandse Bank ingediende herstelplan dat de dekkingsgraad van het APF, ondanks de lage premiedekkingsgraad, naar verwachting oploopt naar 138% in 2027 en dat vanaf circa 2023 tot inhaalindexatie oftewel inhaal van in eerdere jaren niet toegekende indexatie, kan worden overgegaan.

Voor- en nadelen van eenmalige storting in het APF

·         Met een storting van EUR 400 miljoen kunnen alle door het APF beheerde pensioenen, de komende jaren iets extra worden geïndexeerd. Deze extra indexatie zal het eerste jaar circa 0,8% bedragen, het volgende jaar circa 0,7%, het jaar daarna circa 0,6%, etc.

·         Met een storting van EUR 400 miljoen kan vooralsnog niet het doel van het APF van de storting, zijnde inhaalindexatie worden bereikt. De dekkingsgraad van een pensioenfonds moet volgens de wet namelijk ongeveer 130% bedragen, voordat tot inhaalindexatie kan worden overgegaan. Met bovengenoemde storting kan wel twee a drie jaar eerder dan het eerder in dit document genoemde jaar 2023, worden begonnen met inhaalindexatie.

·         AkzoNobel moet haar jaarrekening volgens IFRS opstellen. Op grond van deze accountancy regels moet AkzoNobel op dit moment geen voorziening in haar jaarrekening op te nemen voor de door het APF uitgevoerde pensioenregeling. De pensioenregeling kwalificeert voor IFRS doeleinden namelijk als een zogenoemde CDC regeling.

·         Door een storting van EUR 400 miljoen is het zeer waarschijnlijk dat de door het APF uitgevoerde pensioenregeling voor IFRS doeleinden niet langer als CDC regeling kwalificeert. Dit geldt ook als enkele beperkte voorwaarden aan de storting worden verbonden. Hierdoor moet AkzoNobel volgens IFRS wel een voorziening in haar jaarrekening opnemen. Door opnemen van een dergelijke voorziening zal het eigen vermogen van AkzoNobel zoals opgenomen in de jaarrekening, naar verwachting substantieel en ineens dalen en van jaar tot jaar meer gaan fluctueren dan nu het geval is.

·         Als de sociale partners van mening zijn dat binnen AkzoNobel meer geld moet worden vrijgemaakt voor de arbeidsvoorwaarde pensioen, dienen zij zich af te vragen of de voordelen van een storting van EUR 400 miljoen, opwegen tegen de bijkomende nadelen. Daarbij merk ik op dat er diverse alternatieven in de arbeidsvoorwaardelijke sfeer zijn die in vergelijking met een storting van EUR 400 miljoen, meer voordelen voor de werknemers en minder nadelen voor AkzoNobel kennen.

Terug naar overzicht
Chemie park nieuwsbrief

Op de hoogte blijven van alles rond Chemie Park Delfzijl?